SOLDATEN VAN ORANJE VAN NEDERLAND OVER ZEE NAAR ENGELAND

De kortste route
De route naar Engeland was met een vliegtuig of over zee met een motorvlet, sloep of kano het kortst en leek daarom aantrekkelijk. Maar ontsnappen over zee was uiterst moeilijk en gevaarlijk en na 1941, door de aanleg van de Atlantikwall door de Duitsers, haast onmogelijk geworden. De kust was hierdoor volledig gebarricadeerd.

Boulevard van Katwijk met Atlantikwall                                                                      Foto: Katwijks Museum

Per schip
Vanaf 1942 kozen Engelandvaarders die over zee wilden ontsnappen andere oplossingen. Bijvoorbeeld door zich als verstekeling te verschansen aan boord van een groot schip of door het kapen van een boot in volle zee.
Uit de literatuur zijn drie geslaagde kapingen door Engelandvaarders bekend, alle drie met een vissersboot vanuit de haven van IJmuiden.
Ook zijn twee ontsnappingen bekend waarbij de bemanning van een vissersboot zelf het initiatief nam.

De verhalen over deze vijf pogingen om met een vissersschip Engeland te bereiken zijn te vinden onder de tab Katwijkers 
Onderstaande foto toont één van de vijf schepen.

Motorlogger Katwijk 110 ‘Gijsbert Karel van Hogendorp’ verlaat haven IJmuiden, foto: Katwijks Museum

 

Door de lucht
Mei 1941 wisten Engelandvaarders twee keer per vliegtuig naar Engeland te ontsnappen. De eerst keer stalen twee mannen op 5 mei 1941 een Fokker G1 en de volgende dag op 6 mei ontsnapten vier landgenoten met een Fokker T 8 W (watervliegtuig) en maakten een landing op zee bij Dover. Voor zover bekend is het hierbij gebleven.

Fokker G1,   Foto: www.grebbeberg.nl

Fokker T 8 W,   Foto: catawiki

 

Belangrijke vragen

In het vervolg van dit hoofdstuk wordt in algemene zin antwoord gegeven op vragen zoals:

 

  • Van waaruit vertrokken de Engelandvaarders?
  • Hoeveel pogingen werden ondernomen?
  • Waren deze succesvol?
  • Waarmee maakten de Engelandvaarders de overtocht?
  • Wat waren de gevaren?

De antwoorden vormen een achtergrond bij de persoonlijke verhalen van de Engelandvaarders.

43 vertrekplaatsen o.a. Katwijk
Vanuit 43 kustplaatsen, op de Zuid Hollandse en Zeeuwse Eilanden, zijn in totaal 136 pogingen ondernomen om naar Engeland over te steken.
De meeste vonden plaats in 1941, totaal 80, toen de Nederlandse kust nog enigszins bereikbaar was. In 1942 liep het aantal, onder invloed van maatregelen door de bezetter, sterk terug (22).

De belangrijkste redenen waren:

  • de inrichting tot Sperrgebiet en de aanleg vanaf 1942 van de Atlantikwall;
  • de bewaking van de kustplaatsen, vanuit zee en door soldaten aan boord van vissersschepen
  • het schaarser worden van de benzine
  • door een verbod uit 1942 was het heel moeilijk om nog aan een buitenboordmotor te komen.

 

Wat opvalt uit het overzicht is, dat relatief veel pogingen werden ondernomen vanuit de kustplaatsen Scheveningen (12), Katwijk (11) en IJmuiden (7) in totaal 30.
Ook vanaf de Zuid Hollandse eilanden werden veel pogingen gedaan (21).
De afstand tot de kust van Engeland is vanaf deze locaties het kortst.

43 startplaatsen van Engelandvaarders
(Kaart vervaardigd door J. en G. Bruin)

De afstand vanuit Katwijk naar de Engelse kust hoort bij de kortste routes.

43 startplaatsen van Engelandvaarders (Kaart vervaardigd door J. en G. Bruin)

De afstand vanuit Katwijk naar de Engelse kust hoort bij de kortste routes.

 

136 pogingen
Van de in totaal 136 pogingen over zee (voor zover bekend) die in de periode 1940 -1945 zijn ondernomen, slaagden er slechts 31 (23%).
Als we dit vergelijken met de routes over land blijkt dat deze veel langer duurden maar een veel hogere slagingskans boden. Een tocht van vele maanden versus een tocht van enkele dagen.
De Zuidelijke route over land via België, Frankrijk naar Spanje of Portugal en van daaruit naar Engeland, had een slagingspercentage van 85%.
De Noordelijke route via Zweden of Noorwegen naar Engeland was het percentage het hoogst (99%).
Uit deze cijfers, afkomstig uit onderzoek, blijkt duidelijk dat de kortste route over zee heel veel risico’s met zich meebracht.

105 mislukte pogingen
De circa 105 mislukte vluchtpogingen over zee worden gekenmerkt doordat deze Engelandvaarders (317):

  • tijdens de voorbereiding of op weg naar de kust werden gearresteerd;
  • tijdens hun poging al snel op zee in nood kwamen. Ze werden gered of ze verdronken;
  • op zee door de Duitsers werden aangehouden en gearresteerd of meteen werden gefusilleerd.

De belangrijkste oorzaak van het mislukken van een vlucht was de arrestatie van de Engelandvaarders (202).
Na arrestatie zijn velen veroordeeld tot tuchtstraffen, een onterende straf die het Nederlandse strafrechtsysteem niet kende. Veel gearresteerden werden naar tuchthuizen in Duitsland geplaatst. Een ander deel kwam gelijk in concentratiekampen terecht. Engelandvaarders van joodse afkomst werden naar vernietigingskampen overgebracht. Velen hebben de oorlog niet overleefd.
Slechts weinigen wisten te ontsnappen. Sommigen waagden een nieuwe poging en bereikten uiteindelijk toch Engeland.

Eerste geslaagde poging
De eerste succesvolle poging over zee vond plaats op vrijdag 5 juli 1940, acht weken na de bezetting. Die poging werd ondernomen door twee Leidse studenten, Kees Eendenburg en Karel Michielsen. Zij kozen zee vanaf het strand van Noordwijk in een kleine zeilboot, een twaalfvoetsjol, met de naam Bebèk.

link: verhaal Endenburg – Michielsen

Voorbeeld twaalfvoetsjol                                 www.friesscheepvaartmuseum.nl

 

Deze poging kreeg veel navolging. De meeste ondernemingen leidden echter niet tot het gewenste succes (77%). Slechts 31 van de 136 vluchtpogingen waren succesvol.
Bij deze geslaagde overtochten naar Engeland waren 172 Nederlanders en 7buitenlanders betrokken.

Met wat voor soort vaartuig werden de geslaagde overtochten gemaakt?

De vaartuigen bestonden uit:

  • vrachtschip            4
  • vissersboot          4/5
  • motorvlet              12
  • sloep                     1
  • Zeilboot                 4
  • kano                      4
  • onbekend             5

Totaal                         34

Vrachtschip
Een bekend voorbeeld van een ontsnapping met een vrachtschip is die van de Leidse student Erik Hazelhoff Roelfzema en adelborst Peter Taselaar. Zij monsterden aan op het Zwitserse vrachtschip de St. Cergue. Als verstekeling was student Bob van der Stok aan boord.
Dit verhaal is gebruikt voor de musical Soldaat van Oranje.

Belangrijk is om niet te vergeten dat circa 1700 Soldaten van Oranje Engeland hebben bereikt en zich van daaruit hebben inzet voor de strijd tegen de bezetter.

Vrachtschip de St. Cergue

Motorvlet
In februari 1944 ontsnapten vijf mannen met succes vanuit het haventje van Zuidland in een overnaads gebouwde Zuiderzeevlet, lengte 7 meter, afkomstig van een werf in Leidschendam. Gelukkig werden de mannen ontdekt door een eenheid die de Noordzee patrouilleerde om de verongelukte vliegtuigbemaningen op te pikken. De speurders voeren op een schip van de RAF Rescue Launch. Een Amerikaanse militair die toevallig aanboord was filmde de blije en zwaaiende Engelandvaarders in hun motorvlet.

Bekijk filmpje

Link naar uitgebreid verhaal op Wikipedia
(Vouw)kano
Van de 136 pogingen over zee is bekend dat er 31 met een kano zijn ondernomen. Van deze 31 vluchtpogingen zijn er slechts vier gelukt.
Opmerkelijk is dat deze vier geslaagde risicovolle tochten alle in Katwijk van start waren gegaan!
De verhalen over alle elf pogingen vanuit Katwijk worden beschreven onder de tab 11 pogingen vanuit Katwijk

Ansichtkaart circa 1935

Gevaren en geluk
Zoals al naar voren komt uit het voorbeeld van de vijf mannen in de motorvlet blijkt uit onderzoek dat een goede voorbereiding, onder andere bestaand uit een zeewaardig vaartuig met goede motor en een ervaren bemanning geen garantie was voor een geslaagde overtocht.

Er zijn ook voorbeelden waarbij deze randvoorwaarden niet optimaal waren en men toch veilig aan de overkant belandde, zelfs zonder kompas.
Soms initiatieven waarbij men impulsief te werk ging om maar snel weg te kunnen komen. Ook blijkt dat het succes afhing van geluk, zoals onverwachte hulp bij de voorbereiding, het vertrek of later op zee.
In de verhalen over de Engelandvaarders die vanuit Katwijk vertrokken, komen deze aspecten volop aan de orde.