Jan Jacob van Rietschoten

A.G.H. (Armand) Maassen

Wim Heilbron

L.J. (Dolf) Scherpbier

Vier Delftse studenten kiezen voor Engeland
Armand Maassen was Limburger en kwam uit Maastricht. In 1940 ging hij in Delft vliegtuigbouwkunde studeren. In zijn groentijd op de studentensociëteit “Phoenix” viel hij op door zijn onbevangen houding.

Medestudent Jan van Rietschoten kwam uit Rotterdam. Hij was de zoon van Jan Jacob van Rietschoten, directeur van de N.V. Van Rietschoten & Houwens te Rotterdam. Het bedrijf hield zich vooral bezig met het installeren van elektrische installaties op Marineschepen, zoals de kruiser Java.

Eind mei 1941 kwam Van Rietschoten in contact met oud klasgenoot Robbie Cohen, die hem vertelde dat hij tot elke prijs naar Engeland wilde. Robbie vroeg Van Rietschoten of hij een sterke roeier wist die met hem naar Engeland wilde oversteken. Van Rietschoten bracht Cohen in contact met Coen de Iongh, die net als Van Rietschoten lid was van de Delftse Studenten Roeivereniging Laga. Cohen en De Iongh ontsnapten per kano op 20 juni 1941 vanuit Katwijk en bereikten op 23 juni 1941 Engeland.

Van Rietschoten en Maassen kozen ook voor een ontsnapping per kano en kochten voor fl. 190,- een rubberen (vouw)kano met twee peddels en een zeil. Er werd voor fl. 15,- ook nog een klein zeil gemaakt.

Wim Heilbron leerde Dolf Scherpbier oktober 1939 kennen op het Kon. Instituut voor de Marine (KIM) in Den Helder. Na zijn ontslag bij de marine ging hij studeren aan de TH in Delft en ontmoette september 1940 Van Rietschoten en Maassen bij het Delftse Studenten Corps.
Scherpbier en Heilbron kochten ook een kano en met zijn vieren bereidden zij hun tocht voor.

Van Rietschoten en Maassen huurden een zolderkamer in een achterbuurt van Delft en verborgen daar de kano. De arrestatie van Heilbron en Maassen op 28 augustus 1941 gooide bijna roet in het eten. Heilbron had begin augustus in Haarlem geprobeerd om een vouwkano te kopen en heeft bij die gelegenheid zijn naam en adres achtergelaten. De verkoper van de kano las op 24 augustus in de krant dat er fl. 5.000,- te verdienen was met het aangeven van twee Delftse studenten die van moord werden verdacht. De man gaf toen het adres van Heilbron door aan de politie. Op Boterbrug 17 in Delft werd behalve Heilbron ook Maassen gearresteerd. Na acht dagen werden de twee mannen weer vrijgelaten.

De oversteek
De vier jonge mannen huurden vanaf 20 september 1941 voor een week een appartement aan de Katwijkse Boulevard. In het weekeinde brachten ze er de twee kano’s en de benodigde proviand heen. Van Rietschoten en Maassen hadden negen pakken biscuit ingeslagen en wat potten boter, drie broden, gerookte paling, pinda’s, kaas, een blik gehakt, twee flessen thee, acht flessen water en een half flesje whisky. In de nacht van 24 op 25 september sjouwden ze de boel naar het strand. Er hing een dikke mist en het was pikkedonker. Maassen en Van Rietschoten kozen als eersten zee. Ze hadden geluk want de weersomstandigheden waren redelijk gunstig en ze konden bijna de hele weg zeilend afleggen. Aan het eind van 27 september 1941 landden ze op de Engelse kust.
Maassen en Van Rietschoten werden een maand later op 27 oktober door Lou de Jong voor Radio Oranje geïnterviewd, De Jong kondigde ze aan met de schuilnamen Monne (Maassen) en Jack (Van Rietschoten).Delftse studenten die aan de radio gekluisterd waren herkenden kun stemmen.

De inzet vanuit Engeland
In Engeland kreeg Van Rietschoten een opleiding tot geheimagent van de Special Operations Executive (SOE). Samen met Johannes Jan Buizer werd Van Rietschoten op 22 juni 1942 gedropt bij Holten. Helaas waren de Duitsers hiervan op de hoogte en werden beide mannen gearresteerd en overgebracht naar kamp Haaren. Van Rietschoten wist samen met Arie van der Giessen en Antonius Johannes Wegner in de nacht van 22 op 23 november 1942 uit kamp Haaren te ontsnappen. Van Rietschoten hield zich daarna schuil in Rotterdam.

Samen met van der Giessen onderneemt Van Rietschoten een vluchtpoging om over land naar Engeland te ontkomen. Helaas worden ze op 5 mei 1944 in Roosendaal gearresteerd en weer naar Kamp Haaren afgevoerd. Jacob Jan van Rietschoten werd juli 1944 door de Duitsers gefusilleerd.

Armand Maassen verging het niet veel beter. Hij diende na aankomst in Engeland bij de Koninklijke Marine en werd als matroos 1ste klasse zee milicien ingeschakeld bij het afzetten van agenten op de Nederlandse kust van de groep Hazelhoff Roelfzema. Het was zijn taak om de mensen vanaf de Motor Gun Boat (MTB) in een rubberboot aan land te zetten.

Motor Gun Boat                                             foto: Daily Mail
Een MTB was uitgerust met drie V12 benzinemotoren en
bereikte daarmee een snelheid van 52 km per uur.

Op 12 maart 1942 ging het mis, Maassen kreeg de zware rubberboot niet terug door de branding en bleef alleen achter op het strand van Katwijk. Hij trachtte onder te duiken maar werd verraden door een NSB’er en afgevoerd naar een kamp voor krijgsgevangen in Wilhelmshaven.

Niet veel later haalde de Sicherheitspolizei hem terug en bracht hem naar kamp Amersfoort. Maassen overleed op 13 februari 1943 aan een longontsteking, kort na zijn overplaatsing van kamp Amersfoort naar kamp Vught.

Volgens L. de Jong (Het Koninkrijk dl.5) zou Maassen na zijn arrestatie zijn “doorgeslagen” waardoor de groep Hazelhoff Roelfzema de activiteiten in Katwijk moest staken. Ir. P.J. de Lint uit Wassenaar heeft aangetoond dat hiervan absoluut geen sprake is (artikel in Trouw van 9 januari 1991).

Heilbron en Scherpbier
Heilbron en Scherpbier vertrokken ook in de nacht van 24 op 25 september met een vouwkano, tien minuten na Van Rietschoten en Maassen.
De kano was nauwelijks de vloedlijn gepasseerd of het ging mis en de kano liep in de branding vol water. Heilbron en Scherpbier staakten hun vluchtpoging en lieten de kano in wat dieper water achter en liepen ongezien terug naar de Boulevard.

De Duitsers namen beiden oud-adelborsten ruim 7 maanden later half mei 1942 krijgsgevangen en pas op 28 april 1945 werden ze uit een Duits krijgsgevangenkamp in vrijheid gesteld.

Wim Heilbron was na de oorlog tot 1972 als officier in dienst bij de Koninklijke Marine en voer op het fregat Hr. Ms. De Bitter.

Bronnen:

  • Vrijheid achter de horizon, Jan Bruin en Jan van der Werff, 1998;
  • Tulpen voor Wilhelmina, Agnes Dessing, 2004;
  • familiegeschiedenis Van Rietschoten;
  • www.maritiemdigitaal.nl;
  • Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD);
  • www.engelandspiel.eu;
  • Wikipedia.