Oscar W. de Brey, J.W. (Pim) de Bruyn Kops, Govert W. van den Bosch,
en Jhr. C. F.E. (Frederik) Trip

Foto: Nationaal Comité 4 en 5 mei

Inleiding
De Brey, Van den Bosch, Trip en de Bruyn Kops kenden elkaar van het Nederlandsch Lyceum in Den Haag. Opvallend is dat later bleek dat meer dan 40 leerlingen van deze school Engelandvaarder zijn geweest.

De vier jongemannen hadden besloten om samen per boot naar Engeland te ontsnappen.

Wat ging er mis?
Ze kochten een aantal opvouwbare kano’s en begroeven die in de duinen binnen het omheinde terrein van het Rotterdamsch Zeehospitium in Katwijk aan Zee.
Ze wilden via het tunneltje van het Zeehospitium de boten naar zee dragen en vertrekken. Ze kregen van Pim van Dorp, zoon van de directrice van het Zeehospitium, de sleutel die toegang gaf tot het tunneltje.

De Gestapo was Oscar de Brey al op het spoor gekomen omdat hij zich volop in het verzet had gestort en samen met De Bruyn Kops een aantal Engelandvaarders aan kano’s had geholpen.
De Duitsers vonden op het strand in Katwijk spullen uit de omgeslagen kano van de broers Peteri, die ruim een week eerder met succes waren vertrokken.
Vandaar dat zij de omgeving nauwgezet uitkamden en daarbij de kano’s vonden van De Brey, Trip, Van den Bosch en De Bruyn Kops.

Na de ontdekking van de naam van De Brey in de oliekleding wilde de Sicherheitspolizei hem op 24 september 1941 arresteren. Gelukkig belden ze bij het verkeerde adres aan, daar woonde de overbuurman Robby Hotke, een goede bekende van De Brey. Hotke sloeg onmiddellijk per telefoon alarm en De Brey werd door zijn moeder gewaarschuwd. Hij ontkwam via de achtertuin en dook onder.

Een tweede poging
Op 29 november 1941 vertrokken De Brey en De Bruyn Kops te voet over land vanuit Eindhoven naar Engeland. Via België en Frankrijk bereikten ze na acht maanden het vrije Spanje. Ze scheepten zich bij Bilbao in, samen met tientallen andere Engelandvaarders en Spaanse landverhuizers. Via Curaçao, New York en Canada kwamen ze na een reis van één jaar en twee weken eindelijk op 17 december 1942 in Engeland aan.

De Brey volgde in Engeland een opleiding tot geheim agent. In de nacht van 21 op 22 mei 1943 werd hij samen met Anton B. Mink uit Nieuwediep en de marconist Laurentius M. Punt uit Alkmaar boven Nederland gedropt. Oscar de Brey viel in handen van de Duitsers en werd op 6 september 1944 in Mauthausen samen met 48 medegevangen waaronder Anton Mink en Laurentius Punt, op gruwelijke wijze omgebracht.

Mitchell-bommenwerpers                Foto: Imperial War Museum

Pim de Bruyn Kops volgde een opleiding tot vlieger bij de RAF en met zijn Mitchell B25 als lid van het 320ste Squadron (MLD) maakte hij vijftig bombardementsvluchten boven Duitsland en Nederland. Hij was ook betrokken bij het bombardement op het Bezuidenhout in Den Haag. Achteraf bleek dat de inlichtingenofficier de piloten de verkeerde coördinaten van het te bombarderen doel had meegegeven. De bommen hadden moet vallen op het kruispunt Haagse Bos – Laan van Nieuw Oost Indië.
Achteraf hoorde Pim dat bij het bombardement ook zijn pleegvader was omgekomen. Pim de Bruyn Kops overleefde de oorlog.

Frederik Trip werd op weg naar Spanje door de Duitsers gegrepen en naar Buchenwald overgebracht. Na de bevrijdig keerde hij terug.

Govert van den Bosch week uit naar Zwitserland.

Bronnen:

  • Vrijheid achter de horizon, Jan Bruin en Jan van der Werff, 1998;
  • De Vervolgden, Jacht op twee Delftse studenten in 1941, Annie Huisman – van Bergen, 1999;
  • interview Pim de Bruyn Kops, Mark Pier, Nationaal Comité 4 en 5 mei;
  • link naar informatie bombardement Bezuidenhout.